MET GRATIS INLEIDING
Er is eigenlijk niets mooiers dan met Schubert te beginnen. Schubert brengt met zijn muziek het publiek en de musici in een sfeer die het concert bijna tot een sprookje maakt. De tweede sonatine Op.137 no.2 is een werk waarin Schubert teruggaat naar een lyrische eenvoud die alleen Schubert kon bewerkstelligen. Het is niet bekend waarom hij dit werk ‘Sonatine’ (kleine sonate) heeft genoemd. Het werk heeft vier delen, wat gezien wordt als een substantieel werk voor die tijd.
De prachtige eerste vioolsonate (op.13) van Gabriel Fauré is een klankwonder dat in het repertoire voor viool en piano als een van de hoogtepunten mag worden beschouwd. Het is een ongelooflijk werk dat met zijn grote opzet van vier delen in alle hoeken van de expressiviteit duikt. De zeer geraffineerde klankwereld van Fauré komt hierbij tot een climax in dit werk, waarbij de melodie altijd de bovenstem heeft die het publiek volledig meeneemt in een harmonische schoonheid die alleen Fauré kon componeren. Schumann schreef over zijn tweede sonate (Op.121) dat hij deze eigenlijk had gecomponeerd omdat hij niet tevreden was over de eerste vioolsonate. Dit late werk komt uit de tijd dat hij al in,een gekkenhuis zat, waar hij belandde na zijn zelfmoordpoging door in de Rijn te springen. Het werk omvat alle compositorische aspecten van de muziek van Robert Schumann. Het is indringend, krachtig en gebalanceerd tussen muzikale complexiteit en de simpelste eenvoud.