Een dorre vlakte. Ongeduldig hoefgetrappel. Een leger wordt opgesteld. Een laatste inademing, en dan stilte. Vanaf een hoge berg klinkt een brullende god. En zo begint het gevecht. Met klinkend hart en tot de tanden toe bewapend, storten een man en een vrouw zich vol overgave in hun eigen Trojaanse Oorlog. Onuitputtelijk is hun drift, nietsontziend hun verlangen om op te gaan in harde kreten en de kadans van een vernietigende oorlog.
Maar wat ligt er besloten in het hart van hun burcht? Welk zacht geluid wordt verborgen door hun tomeloze taal? Van welke onuitgesproken pijn vluchten zij in deze mythische illusie?
In 'A Horse With No Name' maakt het publiek kennis met een stel, dat zich heeft teruggetrokken en een mythisch conflict aangrijpt om hun eigen pijn niet te hoeven benoemen.
Het paard is bijna binnen.
De champagne staat koud.
De tafel is gedekt.
Schuif aan.